|
||||||||
|
In kringen die tegenwoordig met folk bezig zijn, wordt al enige tijd ernstig uitgekeken naar deze nieuwe -en derde- plaat van het Finse zestal. Dat heeft natuurlijk alles te maken met wat die mensen op hun vorige twee platen en de daarop volgende tournees hebben neergezet: een heel eigen mix van Finse traditie, hedendaagse elektronica en pop-met-rock-invloeden, die werkelijk overal aansloeg, waar de zes hun opwachting maakten. En dat waren nogal wat plekken en regio’s, waaronder ook onze kleine landjes bij de Noordzee, maar net zo goed het grote Duitsland, waar ze plaat- en management-gewijs al ruim zeven jaar onderdak vinden- tot Hong Kong en Maleisië en uiteraard het eigen Scandinavië. De basisingrediënten blijven eigenlijk dezelfde: drie machtige vrouwenstemmen, bezwerende en onweerstaanbare ritmes en teksten die voor ons, gewone niet-Finnen, alleen met de hulp van een goeie on line-vertaalmachine enigszins te ontcijferen zijn en die, zo blijkt, nogal vaak over “verandering, groei, oorlog en pandemie” handelen. Dat maakt dus dat je die teksten zonder al te veel risico als “hedendaags” kunt omschrijven, al leer ik uit het CD-boekje ook dat er, zoals bijvoorbeeld in “Kylmä Lintu Kyyneleeni” en “Kymmenniekka Kylässä”, al eens naar eeuwenoude poëzie terug gegrepen wordt. Die worden dan wel in een heel modern jasje gestopt, met als gevolg dat de negen tracks in een rotvaart voorbij denderen. 37 minuten plankgas, die worden ingeleid met de titeltrack en die meteen helemaal tekenend is voor wat je van het zestal live kunt verwachten: voor hen is dit wellicht nauwelijks meer dan een vingeroegening, maar deze tekstloze opener legt de lat meteen wel erg hoog: meer dan spelen en jongleren met klanken lijkt dit niet, maar het wordt dan wel op redelijk fantastische wijze tot stand gebracht: de stemmen kronkelen om elkaar heen en creëren, in samenwerking met de dreunende percussie, een sfeer, die je meteen meesleept. In “Ukkonen (dat betekent “Donder”, lees ik) gaan de stemmen deze keer wel met een tekst aan de haal en zo hoor je Päivi Hirvonen, Maija Kauhainen en Essi Muikku -alsof dat nog nodig was- bewijzen dat ze niet alleen hun vedel en kantele op meesterlijke wijze kunnen bespelen, maar ook, zoniet vooral, dat ze geweldige zangeressen zijn. Het mag lijken dat ik de heren van het gezelschap een beetje naar de achtergrond wil dringen, maar dat klopt niet: Veikko Muikki (toetsen), Sami Kujala (bas) enOskari Lehtonen (percussie) zijn even belangrijk als de dames, maar je kunt er niet omheen dat de stemmen en de snaren schitteren en dat wordt wellicht nog het meest duidelijk in onze lievelingstrack, “Veri” (wat dan weer “Bloed” schijnt te betekenen): hier halen toetsen en percussie alles uit de kast, maar de dames leggen er nog een flinke laag bovenop, met als resultaat een track, waarop je onvermijdelijk méé in beweging gaat, zelfs al zit je in een rolstoel. Zelf uitgetest het voorbije weekend, echt waar! Enfin, om kort te gaan: we waren al fan van bij het begin en we volgen ook van heel nabij de soloplaten van de leden van dit zestal. Dat zal met deze nieuwe alvast niet verminderen, integendeel: een mens zou wensen dat de zomer, die nauwelijks voorbij is, er snel opnieuw mag zijn, zodat we de Okra’s nog maar eens live kunnen gaan bekijken. Nu, ik lees dat ze volgend jaar de Verenigde Staten wille veroveren. Tja, dat wordt dus enkele maanden extra wachten, zeker? In elk geval, met deze plaat binnen handbereik, wordt dat een fluitje van een cent. Schitterende schijf alweer! (Dani Heyvaert)
|